De ruim 500 jeugd(straf)rechtadvocaten van de
Vereniging van Nederlandse Jeugdrechtadvocaten (VNJA),
de Vereniging van Jeugdrechtadvocaten Amsterdam (JRAA),
de Vereniging van Jeugdrechtadvocaten Rotterdam (VJAR),
de Haagse Vereniging van Jeugdrechtadvocaten (HVJA) en de
Werkgroep jeugdrecht Alkmaar hebben met ontzetting vernomen dat het Ministerie van Veiligheid & Justitie de justitiële jeugdinrichtingen Intermetzo te Lelystad per 2017 en Juvaid te Veenhuizen en Het Keerpunt in Cadier en Keer per 2018 wil gaan sluiten, naast de sluiting van JJI Eikenstein medio 2016. In deze inrichtingen verblijven jongens in het kader van voorlopige hechtenis, een jeugddetentie of een PIJ-(d.w.z. een behandel)maatregel. Het uitgangspunt van deze verenigingen is dat jeugdigen zo min mogelijk gedetineerd moeten worden, maar als het niet anders kan, is het behoud van deze inrichtingen cruciaal. De jeugd(straf)rechtadvocaten maken zich grote zorgen over de opvang van verdachte en veroordeelde (adolescente) jongens (en meisjes) uit de provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Limburg, Flevoland, Noord-Holland en Zeeland, die niet (meer) in hun eigen provincie in voorlopige hechtenis of detentie kunnen verblijven.
Nu slechts vier inrichtingen zullen overblijven in Spijkenisse, Sassenheim, Nijmegen en Breda, is het wat onze verenigingen betreft overduidelijk dat de resocialisatie van deze jeugdigen door de sluitingen in het gedrang komt:
• Na sluiting zal het voor veel jeugdigen nog moeilijker, zo niet onmogelijk worden om nachtdetentie te krijgen en op die manier overdag naar school, werk of stage te kunnen gaan;
• Daarnaast zullen ouders en hulpverleners (en advocaten) verder moeten reizen en vanwege de hoge kosten en tijdsbemoeienis minder persoonlijk contact met de jongere hebben, met isolement als mogelijk gevolg. Genoemde personen zijn essentieel voor het beperken van recidive;
• De afstand levert daarnaast problemen op voor het verkrijgen van scholing, werk en/of stage in het kader van het Scholings- en Trainingsprogramma (STP) tijdens de PIJ;
• De afstand tot de rechtbanken in o.a. Limburg en Noord-Nederland vanuit de vier inrichtingen die overblijven, is enorm. Dit betekent dat rechtbanken met deze reistijd rekening moet gaan houden bij het plannen van (ochtend)zittingen en dat jeugdigen urenlang in een bus van Dienst Vervoer & Ondersteuning moeten zitten om op een raadkamer-, regie-, pro forma- of inhoudelijke zitting te kunnen verschijnen. Veelal betekent dit ook een urenlang verblijf in het cellencomplex van de rechtbank. Hiermee zijn hele dagen gemoeid, wat de gemoedstoestand van een minderjarige voorafgaand of na een belangrijke zitting geen goed doet.
Vanuit het perspectief van het pedagogische karakter van het jeugdstrafrecht en het belang van het kind, zoals neergelegd in artikel 3 van het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) en artikel 40 lid 1 van het IVRK, waarin de Staat erkent rekening te houden met de wenselijkheid van het bevorderen van de herintegratie van het kind, is de keuze van het Ministerie om Juvaid te Veenhuizen, Intermetzo te Lelystad en Het Keerpunt in Cadier en Keer te sluiten onbegrijpelijk. Zeker nu slechts mondjesmaat een start wordt gemaakt met lokale initiatieven voor kleinschalige opvang in de regio. De besturen van de VNJA, JRAA, VJAR, HVJA en de Alkmaarse werkgroep jeugdrecht roepen de Minister en de Staatssecretaris dan ook op om af te zien van dit plan, althans de sluiting uit te stellen zolang lokale voorzieningen voor voorlopige hechtenis en detentie nog niet van de grond zijn gekomen.